[ Prev ] [ Index ] [ Next ]

Carillon Lodewijkkerk



LODEWIJKKERK; SINT JACOBSTOREN

Op 24 november 1595 wordt een contract opgemaakt met de Mechelse klokkengieter Pieter de Ghein ofwel Peeter van den Ghein voor het leveren van 16 klokken voor de voorslag en een slagklok voor de toren van de Saaihal. Maar al eerder op 21 juni 1595 was er een contract afgesloten met de Delftse uurwerkmaker Jan Corneliszoon van der Brandt voor het leveren van een uurwerk met een speeltrommel. Voor deze speeltrommel was men aanvankelijk uitgegaan van 13 klokken voor de voorslag. Peter van den Ghein vond een omvang van 13 klokken muzikaal niet verantwoord en het werden er zestien. Er moest dus wel het een en ander worden opgelost om de voorslag uiteindelijk te laten functioneren. Zowel technisch als contractueel. Ook bij de opschriften was men uitgegaan van 13 klokken en twee slagklokken. Iedere klok kreeg de naam van een beroep uit de textielnijverheid en de opschriften vormden tezamen een gedicht bedacht door stadssecretaris Jan van Hout, die dan ook het gedicht aanpaste en uitbreidde. In 1598 is het werk gereed. En heeft Leiden een tweede openbaar uurwerk dankzij de bloeiende textielnijverheid. In 1714 verdwijnt de voorslag in de smeltkroes.

In 1961 wordt door Eijsbouts een voorslag van 17 klokken gegegoten, in aantal gelijk aan zijn 16de-eeuwse voorganger, waarvan de laagste klok tevens fungeert als slagklok en dienst doet als luidklok.

De huidige samenstelling

d2 (bourdon), g2, a2, b2, c3, d3, e3, f3, fis3, g3, a3, bes3, b3, c4, cis4, d4, e4

In juli 2021 voorzien van een digitaal stokkenklavier.




terug naar Actueel